De afgelopen jaren zijn er veel vleesvervangers op de markt gekomen. Waar je 20 jaar geleden de keuze had uit enkele van deze opties, hebben ze nu in veel supermarkten hun eigen afdeling. Niet zo gek, want de vleesindustrie slokt hoeveelheden aardoppervlak op en stoot bizar veel broeikasgassen uit. Daarnaast is er veel meer landoppervlak nodig voor vlees dan voor gewassen. Dat het dus beter voor het milieu is om geen vlees te eten staat boven kijf. Zijn die vleesvervangers echter ook beter voor ons lijf?
Alles is bijna als niet vlees variant te vinden
Shoarma, slavinken, worstjes, hamburgers, kipstukjes: van praktisch alle vleeshapjes bestaan inmiddels wel vegetarische opties, die allemaal anders ogen, ruiken en smaken. Maar wie de ingrediëntenlijsten goed bestudeert, ontdekt dat ze bijna allemaal uit dezelfde componenten bestaan. Neem bijvoorbeeld de inhoud van een willekeurig gekozen vegetarische wordt, die bestaat uit: Gestructureerd plantaardig eiwit (water, tarwe-eiwit, erwteneiwit), palmvet, gedroogde uien, paneermeel (tarwe), plantaardige olie (raap, ui), soja-eiwit, scharrel kippenei-eiwit, tarwegluten, (citrus, psyllium), glucosestroop, natuurlijk aroma, gehydrolyseerd soja-eiwit, groentepoeder (ui, knoflook), specerijen, zout, kaliumchloride, kleurstoffen: E150a, E153; gefermenteerd rijstextract.
Hieruit valt al af te lezen dat dit niet bepaald een opsomming van super gezonde, vitaminerijke ingrediënten recht uit de natuur is. Het gaat vooral om industrieel bewerkte componenten. En dan hebben we het nog niet over de intensieve bewerking om die worst uiteindelijk te kunnen maken. Om stevige vegetarische vleesstukjes te creëren, zijn namelijk zogeheten extrusiemachines cruciaal. In deze grote apparaten worden onder invloed van hoge druk en temperatuur, ingrediënten als soja-eiwitten of erwteneiwitten, water en tarwegluten met bindmiddelen, olie en kleurstoffen tot een vloeibare melange gemengd in een ronddraaiende buis.
Die hete brij wordt vervolgens door smallere buizen geperst en tegelijkertijd afgekoeld. Dankzij dit soort trucs ontstaan horizontale vezels en daarmee de vleesachtige structuur waar mensen om vragen. Technisch knap, maar tegelijkertijd weten we dat hoe sterker voedsel bewerkt wordt, hoe meer voedingsstoffen er verloren gaan.
Ex-planten en ex-groenten
Het ontbreekt vooralsnog aan grote studies die de gezondheidseffecten van vleesvervangers consumptie op de lange termijn precies in kaart brengen. Toch kunnen we nu al voorzichtig concluderen dat je lichaam niet per se heel blij wordt van vegetarisch vlees. Dat komt omdat ze niet zozeer zijn gemaakt van planten en groenten, maar juist van ex-planten en ex-groenten. En daar zit een behoorlijk verschil in.
En als we vegetarisch vlees vergelijken met echt vlees? Over de gezondheid van vlees wordt nog steeds veel gediscussieerd, zowel op online forums als in wetenschappelijke publicaties. Aan de ene kant wordt het eten van grote hoeveelheden vlees geassocieerd met een grotere kans op onder andere diabetes en hart- en vaatziekten, vooral bij het eten van rood vlees. Dat kan echter ook komen doordat fervente vleesvreters relatief vaak andere ongezonde dieet keuzes maken, zoals vlees onderdompelen in suikerige sauzen en het achterwege laten van groenten bij de maaltijd. Vlees blijft namelijk wel een rijke bron aan eiwitten, ijzer en vitamine B6 en B12.
Wie stopt met vlees eten, doet er daarom verstandig aan om in de gaten te houden of je nog wel genoeg voedingsstoffen binnen krijgt. Sommige vleesvervangers kunnen hierin een nuttige rol spelen, omdat ze bijvoorbeeld ijzer bevatten. Wat betreft je gezondheid echter kun je over het algemeen beter een blik bonen opentrekken of wat spinazie door je smoothie doen dan een nep hamburger eten. Kortom: vleesvervangers zijn voor het klimaat misschien wel goed, maar voor de mens (nog) niet.
Lees ook: 5 redenen waarom vrouwen vegan mannen aantrekkelijker vinden